Dag 6 – donderdag 12 juli 2012 – Panticeu naar Lunca Ilvei – 147 km

Gisterenavond is Richard nog even het dorp ingereden om een paar koude beren te halen bij de supermarkt. Ursus is latijn voor beer en het merk van de Roemeense biertjes waar we van genieten. Daarnaast lijkt het Roemeense bere, wat bier betekent ook weer veel op beer en is de cirkel weer rond. ’s Morgens wekt het getik van de regen op de tent ons. We draaien ons nog maar een keer om en als het droog is pakken we snel onze spullen in. Tijdens het ontbijt begint het weer te regenen, dus we stappen snel op de fiets. In de ochtend is er veel bewolking en af en toe wat lichte regen. Toch is het erg aangenaam met een temperatuur van 20 tot 25 graden.  Na de geschoten beren van afgelopen avond heeft Thijs wat moeite om zijn ritme te vinden vandaag. In Nasaud begint het hard te regenen. We zoeken een terras op voor een lunchbreak en genieten we allebei van een enorme salade, veel heerlijk gekruide vers gemaakte frietjes en drie drankjes voor nog geen zes euro per persoon. Als we zijn uitgegeten schijnt de zon weer en is het ouderwets warm. We klimmen ‘gestaag’, zoals ons routeboekje het beschrijft, over een erg slechte weg. De omgeving is prachtig groen en we trekken langzaam verder de bergen in. Even na zessen komen we aan bij Lunca Ilvei waar we een stuk de trein moeten nemen aangezien er geen verdere wegen zijn. We hebben geluk. Er gaat een uur later de laatste trein. We rijden nog even het dorp in en drinken een beer op een terras waar de lokale bevolking en in het speciaal twee oude Roemenen erg geïnteresseerd zijn in onze avonturen.
De twee oude mannen zitten met een Fantafles gevuld met rum om en om een  glaasje weg te tikken. Wie weet hoe lang ze hier al zitten. Het van onze spullen in de trein is een avontuur op zich. Het perron is laag en we moeten een meter omhoog in de trein klimmen. De tassen moeten er af en na een hoop gewurm zit alles dan in de trein. Met de trein rijden we naar Vatra Dornei waar we inchecken bij een viersterren hotel. We hebben een prachtig appartement met alles erop en eraan voor 21 euro per persoon. Na een overheerlijke douche gaan we nog even de stad in voor een pizza die we samen delen. We hebben net het nieuws ontvangen van de geboorte van Jesse (Djessie) van Thijs en Nance en we drinken nog een beer op de gezondheid van de kleine. Na de pizza is het alweer na twaalven als we terugkomen bij het hotel. Wat een dag weer.

Dag 5 – woensdag 11 juli 2012 – Campeni naar Panticeu – 156 km

We vertrekken weer redelijk op tijd. Vandaag volgen we voor een groot deel een stroompje bergafwaarts. We neuriën en fluiten dan ook regelmatig het welbekende liedje van Likki Lie. Bij de koffiepauze haalt Thijs brood bij een bakkertje waar hij het brood aangereikt krijgt door een klein luik op navelhoogte. Lekker praktisch allemaal. Als we in de middag onze lunchbreak willen houden begint het net te regenen als we onze broodje smeren. Deze onweersbui had de Lokhand twee dagen geleden al voorspeld. We zitten onder een boom die in het begin nog aardig wat tegen houdt. Bij de derde boterham is het verse brood echter veranderd in vochtig soepbrood, maar het smaakt nog prima. Als we uitgegeten zijn trekt Thijs voor het eerst zijn splinternieuwe regenjackie aan om verder te gaan. Nog geen minuut later is het ineens uit het niks droog. (en dat vond Richard erg grappig) We mogen nog een stukje klimmen en daarna volgt een erg druk stuk naar Cluj Napoca. In de stad is een prachtig plein waarnaast we van een heerlijke lemonada genieten. Daarna zelfgemaakt ijs van het huis wat als zandkasteeltjes uit elkaar valt en niet te eten is. Na een uurtje de stad uit fietsen komen we uit het niks ineens een loungecafe tegen. Lekker in de hangmat met een lemonada en dan weer verder. Het landschap is de hele dag, net als gisteren, fenomenaal. We genieten er enorm van. Geen campings op de route, dus we mogen weer wildkamperen. We gaan als een speer.

Dag 4 – dinsdag 10 juli 2012 – Buteni naar Campeni – 115 km

’s Morgens rijden we na een ontbijtje in het hotel direct de heuvels in. Het is wederom een prachtige dag, maar dankzij de bergen toch een paar graadjes koeler dan de dagen hiervoor. In de middag pauzeren we in Brad. We zien een paar gele auto’s en een fietser in een geel shirt. Voor ons is er na al deze voortekenen geen twijfel meer mogelijk. Bradley gaat de tour winnen. In Brad zitten we op een comfortabel terras waar elke paar minuten de sprinklerinstallatie aan gaat. Gelukkig niet met vijf liter per seconde, maar heerlijk fijn verstuifd. Na anderhalf uur is ineens bewolking en is daalt het kwik snel van 35 naar 28 graden. We besluiten snel door te fietsen. In de middag worden we nog getrakteerd op een stevige klim van 9 kilometer. Inmiddels schijnt de zon weer met een graad of 33. Als de kettingkrakers boven op de Buces Vulcan Pas zijn moeten ze hard lachen hoe ze elkaar in de klim verschrikkelijk gek aan het maken waren. Steeds weer een tandje erbij en overnemen. “Ik laat me niet kennen hoor.” Denken ze allebei.  Vlakbij Abrud willen we een camping pakken, maar de plaats op onze routebeschrijving kunnen we niet vinden. Vlakbij Campeni vraagt Thijs bij een boer of we op zijn land mogen staan. We wildkamperen naast een riviertje waar we ons heerlijk kunnen wassen. Daarna weer een lekkere pasta en rond 10 uur slapen.

Dag 3 – maandag 9 juli 2012 – Csanadapaca naar Buteni – 130 km

Nog voor de zon op is komen we onze tent uitgekropen. Op naar de Roemeense grens. We zitten rond 5:40 uur op de fiets. We komen aan in Gyula (Jula) waar we een bakkie koffie op een terras willen doen. We hebben het idee dat de dag al in volle gang is, maar het is 7 uur en in het centrum is alles nog dicht. Even buiten het centrum is wat meer leven en vinden we een klein terrasje langs onze route. Bij de Roemeense grens moet de dienstdoende douanier even bij zijn baas checken of we wel door mogen. Nonchalant neemt de man onze paspoorten aan, roept haast onverstaanbaar onze namen en geeft vriendelijk de paspoorten terug. Na de grens merk je direct dat je in een geheel ander land bent. Het is gedaan met de fietspaden en een hoop vrachtverkeer raast ons voorbij. Daarbij is de vegetatie gelijk aardig anders en ziet alles er een stuk minder verzorgd uit. Het is een paar graadjes minder heet dan de afgelopen dagen. In het eerste stadje pinnen we onze Roemeense Lei. Richard heeft al weer aardige trek gekregen na 67km en haalt bij een bakker vier heerlijk uitziende cakes. De eerste lijkt op een cheesecake en blijkt niet te eten. Thijs neemt maar een broodje en ligt in een deuk als hij Richard hoort roepen: “Gadverdamme! Het smaakt alsof ik een baal shag zit te eten!” Daarna snel weer verder fietsen voor het te heet is. ’s Middags eten we een pizza tijdens onze siësta. Daarna fietsen we ruim een uur goed door voor we weer een break hebben verdient. Er zitten twee mannen op het terras waar we neerploffen met allebei een kan met geel sap, een rietje en een schijfje citroen erbij. Richard regelt dat de Kettingkrakers hetzelfde krijgen. Heerlijk smaakt het. Als we weg gaan wil Thijs toch graag weten hoe het drankje heet en hij houdt zijn notitieblok in de aanslag. Als antwoord krijgt hij: “Lemonade.” Hoe geniaal… We kwamen natuurlijk niet meer bij. Onze overnachting hebben we vlak voor de eerste grote heuvels van de Karpaten na 130km koers. We hebben een kamertje in iets wat vroeger de hooizolder was van het pand. Veel soeps is het niet. De drukloze douche is beter dan geen douche en een grasweide met toegang tot een riviertje waar we heerlijk kunnen zwemmen maakt veel goed. Na de douche kunnen we op een groot scherm op het terras nog net genieten van het laatste half uur van de tijdrit in de Tour. Prachtig!

Dag 2 – zondag 8 juli 2012 – Iszak naar Csanadapaca – 165km

’s Morgens wekt de bedrijvigheid van het platteland en de vroeg opkomende zon ons al vroeg. We hebben geen idee hoe laat het is en pas als we op de fiets zitten zien we op onze Garmins dat het precies 6 uur is. Het is opvallend hoeveel leven er is op dit uur van de dag in de kleine dorpjes en in de velden. Verder zien we een hoop grote nesten boven in palen met ooievaars. Thijs weet niet zeker of het ooievaars zijn. “Ze lijken wel op ooievaars, maar ze hebben een zwarte snavel.” Richard maakt zich kwaad en zegt dat Thijs niet mag discrimineren op kleur. “Het is gewoon een ooievaar.” Later leest Thijs een stuk in het routeboekje en moet hard lachen. Er staat dat ‘de zwarte ooievaar’ veel in dit gebied voor komt. Van 9 tot 10 pakken we na 70km gefietst te hebben een korte break bij een hotel. Daarna stijgt de temperatuur al snel door tot 38 graden. Even na twaalven hebben we er 110km opzitten en houden we onze fiesta in een klein stadje. Na een goede pasta ploffen we neer in een parkje waar we onze ogen een paar uurtjes sluiten. Rond half vijf lijkt het iets koeler. We stappen weer op, maar het is nog steeds een graad of 38 en het zweet gutst nog van ons lichaam. Vlak voor ons zien we stevige wolken, maar die trekken net voor ons weg. Na een uur fietsen zijn we weer helemaal stuk. Bij een kraampje langs de weg kopen we een grote meloen die we gulzig verorberen. Heerlijk! Daarna hebben we voor een kleine twintig minuten weer energie voor 10. De volgende camping is een brug te ver en we slaan ons kamp op aan de rand van een maïsveld met een prachtig uitzicht over de velden.

Karpaten Dag 1 – van Boedapest naar Isaac

’s Morgens worden we al vroeg wakker van het licht in onze hotelkamer en de warmte. Dat belooft wat voor vandaag. We hebben een hotelletje moeten pakken naast de camping aangezien de camping ’s nachts gesloten leek. Daarbij was het flink aan het onweren, dus dat hotel kwam prima uit. Na een lekker ontbijt stappen we rond 9 uur op de fiets. Redelijk snel vinden we de route en ook redelijk snel verruilen we de drukte van de stad voor graan- en zonnebloemenvelden. Rond de middag gaat de temperatuur hard richting de 40 graden. We besluiten een welbekende fiesta in te lassen. Tot vier uur verblijven we aan een strandje bij de Donau waar we een uurtje slapen, een beetje zwemmen en met een Duitse fietser een klein biertje drinken. Daarna vervolgen we onze route met nog steeds een temperatuur van rond de 38 graden. Na anderhalf uur fietsen ploffen we neer op een terrasje waar een hoop Hongaren hun dagelijkse verdriet aan het wegdrinken zijn. We plannen onze overnachting op een camping in Izsak. Er blijkt echter geen camping te zijn en iets verder op slaan we naast een wijngaard ons kamp op. We vragen voor de goede orde nog even toestemming aan een kreupel oud vrouwtje die sinds haar geboorte waarschijnlijk al druiven aan het plukken is en niet meer rechtop kan lopen. Lee-he, lee-he roept ze en knikt vriendelijk. Thijs is lekker bezig met het avondeten en we maken ons op voor onze eerste wildkampeernacht. Het is weer ouderwets genieten.